Adres
Broederenkerkstraat 1-3
Restauraties
Aangekocht in 1998 in slechte toestand. Na het oprollen van wietplantage stond het pand lang leeg. Meest recente restauratie door het Wijnhuisfonds. Gereed in 2000.
Bijzonderheden
Een van oorsprong veertiende-eeuws huis dat in de zestiende eeuw volledig is uitgebrand. Daarna volgden vele verbouwingen en ondeskundige vertimmeringen. De topgevel langs de Spiegelstraat is begin achttiende eeuw gesloopt en vervangen door een schilddak. Bij de restauratie zijn drie gotische vensternissen ontdekt in de niet zichtbare gevel aan de kant van de Broederenkerk. Soortgelijke nissen komen zijn ook gevonden in het Huis Lerinck (Agnietensteeg 9), de Proostdij (Proostdijsteeg 1-3), de voorgevel van de Broederenkerk en in een vrijgekomen achtergevel in Deventer (hoek Lange Bisschopstraat en Korte Poot).
In de gevel aan de Spiegelstraat zit een moderne gevelsteen (2000) van Hans ’t Mannetje met in notenschrift een straatroep van de Zutphense lompenkoopman Meyer Lipschits (1832-1908), die hier vroeger veel geklonken heeft. Tegenwoordig bevat het huis drie appartementen.
Literatuur
[1] W. Bloemink. Verslag bouwhistorisch onderzoek Broederenkerkstraat 1-3. Jaarboek 1998 Wijnhuisfonds
[2] C.J. Willems. Restauratie Broederenkerkstraat 1-3. Jaarboek 1999 Wijnhuisfonds
Straatroep Voddenkoopman
De roep van Meyer Lipschits klonk in de tweede helft van de 19e eeuw door de straten van Zutphen. Lopend somde hij al zingend de spullen op, die mensen aan hem kwijt konden: “oude flessen, uw beste pantalon, de hoed van uw vrouw, het kerkboek van uw dochter….”.
Meyer Lipschits was getrouwd met Sarah Danser (Rotterdam 1834), samen hadden zij 9 kinderen.
U hoort de stem en de mandoline van Martijn Ketelaar, op viool speelt Jaap van Elst en het geheel is gemixt door poppenspeler Sigurd Olivier, die ook het initiatief heeft genomen om de noten uit de gevelsteen tot klinken te brengen.
De gevelsteen met de straatroep is gemaakt door beeldhouwer Hans ’t Mannetje; bij de oplevering van het gerestaureerde pand in 2000 werd de steen onthuld door professor Isaac Lipschits, een achterkleinzoon van de voddenkoopman en zijn vrouw.